‘Met de hoevenkapper?’ klinkt het ongerust in de intercom van mijn bedrijfswagen.
‘Dat is correct mijnheer’ zeg ik.
‘Mijn paard heeft hoefbevangenis en mijn smid durft niet meer in de buurt te komen. Zou jij willen overnemen?"
Ik noteer deze nieuwe klant meteen op de eerste vrije plek in mijn agenda.
Naast mij zit Jocelyn, een jonge dame die een stagedag meeloopt. ‘Ga jij daar echt naartoe?’ vraagt ze. Ik knik.
We stoppen bij de eerste afspraak van de dag. Céline is een jonge vrouw die gek is op haar paard Darwin, een vrijbuiter. Hij is nog niet gevangen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om mijn glutenvrije boterhammen op te eten en mijn stage-student gaat erop af. ‘Misschien lukt het met een snoepje?’ Ja, het lukt wonderwel.
Darwin heeft een reputatie. Hij zwiept over en weer en wil vooruit. Ik vraag aan Jocelyn om hem over te nemen. ‘Ik ben een muur’ zegt ze en inderdaad, de bekapping gaat beter dan anders.
‘Don’t mess with The Jocelyn’ denk ik en ik zeg ‘dank je’.
We ontwijken de regenbui net niet en komen met natte ruggen aan bij Joya en haar tinker-kudde van drie. Joya is een raspaard uit Spanje, ze zit hoog in het bloed. Ze is zenuwachtig voor de hoevenkapper.
Ik help haar rustig te worden. Ik vertel haar dat het wel goed komt. ‘Todo esta muy bien’. Mijn lichaamstaal is helemaal top. Niemand in de wereld kan dit beter dan Joya en ik, hier en nu. Ons twee, wij samen. Ik werk hard om jou goed te laten lopen. Ik wil dat jij gelukkig bent. Muchas gracias!
Stagiaire Jocelyn is groot en best wel sterk, maar de tinker voor haar is uiteraard nog groter en veel sterker. Ik vraag haar om de achterhoeven ‘op te raspen’. Ze krijgt de hoeven niet opgepakt.
Ik toon haar een trucje met het touw, dat herinnert aan m'n oma die geconcentreerd, snel en netjes de mooiste tafeldoeken haakte. Het uiteinde van het touw gaat over de hak van buiten naar binnen. Ik neem het touw aan met mijn vrije hand en laat het voorzichtig glijden tot in de kootholte.
Dan trek ik zachtjes aan het uiteinde tot ik twee gelijke helften in mijn handen heb. Door zachtjes aan het touw te trekken geeft het paard dan heel gewillig zijn hoef. Ik blijf gewoon recht naast het paard staan.
Dit werkt veilig én ergonomisch. Jocelyn leert iets nieuws. Zij is blij. Ze maakt meteen plannen om een geschikt touw te kopen. Opgepast, sommige paarden zullen trappen naar het touw en het is dus niet altijd de oplossing.
Dit is meer dan mijn werk. Dit is wie ik ben. Dit is alles dat ik wil. Als jij aan mij denkt, denk dan aan mij als een professional. Denk aan mij als een oprechte persoon die het beste wil voor jou en jouw paard. Ik beloof je dit: ik wil morgen een betere smid zijn voor jouw paard dan ik vandaag was.
We komen aan op de volgende locatie. Hier leven twee quarters, prachtige paarden. Spijtig genoeg hebben ze ooit teveel appels gegeten en zijn ze chronisch bevangen geraakt. Een boomgaard is immers geen weide. De eigenaar is ongerust vandaag want een paard loopt kreupel links voor. ‘Zou het een hoefzweer kunnen zijn?’ vraagt hij zich af. Ik knip de hoef bij en zoek met mijn hoefmes naar de oorzaak. Maar dan merk ik een gezwel op de schouder. ‘Zou het kunnen dat dit de boosdoener is?’ ‘Bel je dierenarts eens’ suggereer ik. 'Waarschijnlijk is het paard uitgegleden en gevallen of heeft hij een trap gehad'. Een hoefverzorger moet verder kunnen kijken dan de hoeven.
‘Jij loopt zo raar vandaag’ zegt de laatste klant. Ik glimlach, Jocelyn glimlacht. Ik zie zelfs Joey, de shetland pony, glimlachen, denk ik.
‘Ik loop altijd zo raar’ antwoord ik en ik ga op mijn knieën zitten op harde gravel steentjes. ‘I got a feeling in my bones, yeah baby…!’ Ik neurie dit populaire liedje van Ray Dalton. Joey de pony kan het wel appreciëren.
Comments